Dit arrest is lezenswaardig om diverse redenen.
In 2017 trekt de gouverneur van Limburg wapenvergunningen in wegens een vermeend gevaar voor openbare orde.
In september 2018 willigt de Federale Wapendienst het beroep in en worden de vergunningen teruggeven.
Een maand later, in oktober 2018, verandert de Federale Wapendienst van mening. Op basis van strafdossiers van het parket, die allicht bezorgd werden door de provinciale wapendiensten en/of de lokale politie, herziet de Federale Wapendienst zijn eerdere beslissing en gaat de dienst alsnog over tot intrekking van de wapenvergunningen.
Beide beslissingen worden aangevochten en door de Raad van State onwettig bevonden.
De eerste beslissing verleent rechten en kan in de regel enkel worden ingetrokken indien aangetoond is dat ze onwettig is. Bizar genoeg voert de Federale Wapendienst bij de Raad van State argumenten aan die moeten aantonen dan hun eigen beslissing slecht gemotiveerd is... Er wordt ook gewezen op nieuwe elementen uit het dossier. De Raad van State vindt deze elementen echter niet overtuigend vermits het enkel geseponeerde strafdossiers betreft en het ook twijfelachtig is dat deze informatie niet eerder beschikbaar zou zijn geweest.
De tweede beslissing, waarbij alsnog wordt overgegaan tot intrekking van de wapenvergunningen is eveneens onwettig. Immers, het intrekken van wapenvergunningen om redenen van openbare orde is een bevoegdheid van de provinciegouverneur op basis van art. 11 en 13 wapenwet. De minister van Justitie heeft hier enkel een bevoegdheid in administratief beroep. Vermits in casu, door de eerste beslissing, de vergunningen geldig zijn, kon een beslissing om later in te trekken enkel door de gouverneur worden genomen.